onrustig uurwerk
(17e eeuw) (spot.) raasbol; schreeuwer; lawaaimaker. • Gij sijt een onrustig uurwerk: gij sijt een raasbol. (W. Winschootens Seeman: Behelsende Een grondige uitlegging van de Neederlandse Konst, en Spreekwoorden, voor soo veel die uit de Seevaart sijn ontleend, en bij de beste Schrijvers deeser eeuw gevonden werden. 1681)