Onpleizierig
bn. bw. (-er, -st). 1. ongenoeglijk, onaangenaam: ’t is onpleizierig weer vandaag. 2. niet al te wel, lusteloos: hij voelt zich vandaag wat onpleizierig.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st). 1. ongenoeglijk, onaangenaam: ’t is onpleizierig weer vandaag. 2. niet al te wel, lusteloos: hij voelt zich vandaag wat onpleizierig.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: