Wat is de betekenis van Onpleizierig?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onpleizierig

bn. bw. (-er, -st). 1. ongenoeglijk, onaangenaam: ’t is onpleizierig weer vandaag. 2. niet al te wel, lusteloos: hij voelt zich vandaag wat onpleizierig.

Gerelateerde zoekopdrachten