Onpeilbaar
bn. (-der, -st), 1. niet te peilen, grondeloos: d’onpeilbre kloof. 2. (Zuidn.) grenzeloos: de onpeilbare hemel. 3. ondoorgrondelijk: het onpeilbaar raadsbesluit van God.
Wat is de betekenis van onpeilbaar?
Nederlandstalige WikiWoordenboek
Wiktionary (2019)
onpeilbaar
onpeilbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet mogelijk om te peilen ♢ Het onpeilbare water bleef maar stijgen. 2. onbegrijpelijk. ♢ Hij is toch zo'n onpeilbare jongen, ik kan echt geen goed beeld van hem krijgen. Woordherkomst Afgeleid van pei...
(uitgelicht)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal
M. J. Koenen's (1937)
onpeilbaar
bn.; onpeilbaarder, onpeilbaarst (niet te peilen; fig. ondoorgrondelijk): een onpeilbare diepte; het onpeilbaar raadsbesluit van God.
Modern Woordenboek
Jozef Verschueren (1930)
onpeilbaar
(on'peilba:r) bn. (-der, -st) 1. niet te peilen, grondeloos: een...bare kloof. 2. ondoorgrondelijk: een raadsel.
Oosthoek Encyclopedie
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
onpeilbaar
bn. (-der, -st), 1. niet te peilen, bodemloos: een onpeilbare kloof; 2. ondoorgrondelijk.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
J.H. van Dale (1898)
Onpeilbaar
bn. (-der, -st), niet te peilen, grondeloos : d’ onpeïlbre kloof; ondoorgrondelijk : onpeilbaarst raadsel dat bestaat; (Zuidn.) oneindig, waarvan de grens, het einde niet is te bespeuren : onder de onpeilbare hemel. ONPEILBAARHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten