Onnozelheid
v., 1. onschuld: de Vermoorde Onnozelheid, ondertitel van Palamedes van Vondel; — gebrek aan doorzicht: in zijn onnozelheid bemerkte hij de valstrik niet. 3. (...heden) uiting van onnozelheid: zulke schijnbare onnozelheden.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. onschuld: de Vermoorde Onnozelheid, ondertitel van Palamedes van Vondel; — gebrek aan doorzicht: in zijn onnozelheid bemerkte hij de valstrik niet. 3. (...heden) uiting van onnozelheid: zulke schijnbare onnozelheden.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. (onschuld; domheid): in mijn onnozelheid meende ik, merkte ik niet, gebrek aan doorzicht (in wereldse zaken).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. onschuld; 2. gebrek aan doorzicht: in zijn onnozelheid bemerkte hij de valstrik niet; 3. (-heden), uiting van onnozelheid: zulke schijnbare onnozelheden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: