Wat is de betekenis van onmogelijkheid?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onmogelijkheid

v., 1. het niet-mogelijk zijn: de onmogelijkheid van iets inzien. 2. (...lieden) wat onmogelijk is: dat behoort tot de onmogelijkheden.

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onmogelijkheid

onmogelijkheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-mo-ge-lijk-heid 1. het niet mogelijk zijn ♢ het is goed dat u de onmogelijkheid hiervan inziet 2. iets wat niet kan, wat niet mogelijk is ♢ n...

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onmogelijkheid

s., ûnmooglikheit, ûnmooglikens.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onmogelijkheid

v. (het niet-mogelijk zijn): in de onmogelijkheid verkeren van te helpen; mv.: dat behoort tot de onmogelijkheden, onmogelijke dingen.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onmogelijkheid

(on'mo:gələkheit) v.(...heden) 1. Eig. het onmogelijk zijn. 2. Metn. wat onmogelijk is : dat behoort tot de ...heden.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onmogelijkheid

v., 1. het niet-mogelijk zijn: de van iets inzien; in de onmogelijkheid verkeren om..., het bedoelde volstrekt niet kunnen doen; 2. (-heden) wat onmogelijk is: dat behoort tot de onmogelijkheden.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)