Wat is de betekenis van onmiskenbaar?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onmiskenbaar

bn. bw. (-der, -st), duidelijk waarneembaar; onloochenbaar: zij sprak verscheidene talen, somtijds met onmiskenbare bevalligheid; — bw., op niet te loochenen wijze: hij gelijkt onmiskenbaar op zijn vader.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onmiskenbaar

onmiskenbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. waarover geen twijfel kan bestaan Hij is daarin een onmiskenbaar talent. onmiskenbaar - Bijwoord 1. zonder twijfel Hij is onmiskenbaar een groot talent. Woordherkomst Afgeleid van m...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onmiskenbaar

onmiskenbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-mis-ken-baar 1. je kunt je er niet in vergissen ♢ Milan is onmiskenbaar een broer van Elvis Bijvoeglijk naamwoord: on-mis-ken-baar de/het onmiskenbare ... ...

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

onmiskenbaar

stellig, duidelik waarneembaar.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onmiskenbaar

adj. & adv., ûnmiskenber klear, dúdlik; het ishet geval, der is gjin mis op.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onmiskenbaar

bn., bw.; onmiskenbaarder, onmiskenbaarst (duidelijk merkbaar; onloochenbaar): een onmiskenbare gelijkenis; hij gelijkt onmiskenbaar op zijn vader.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onmiskenbaar

(onmis'kenba:r) bn. en bw. (-der, -st) duidelijk merkbaar : een teken ; op zijn vader gelijken.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onmiskenbaar

bn. en bw. (-der, -st), duidelijk waarneembaar; onloochenbaar: een onmiskenbare gelijkenis.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onmiskenbaar

bn. bw. (-der, -st), duidelijk waarneembaar, zodat men zich niet kan vergissen in de hoedanigheid van een zaak : zij sprak verscheidene talen; somtijds met onmiskenbare bevalligheid; — bw. zó dat vergissing onmogelijk is : hij lijkt onmiskenbaar op zijn vader. ONMISKENBAARHEID, v.