Wat is de betekenis van ongerustheid?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ongerustheid

v., bekommering wegens iets dat al of niet zal of kan gebeuren: er is geen reden tot ongerustheid.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ongerustheid

ongerustheid - Zelfstandignaamwoord 1. het je zorgen maken over iets wat zou kunnen gaan gebeuren Het past bij het karakter van Nederland dat in veel wijken en gemeenten allerlei particuliere initiatieven worden genomen om asielzoekers bij de samenleving te betrekken. Tegelijk is het logisch dat in de samen...

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ongerustheid

ongerustheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-ge-rust-heid 1. je zorgen maken over iets wat kan gebeuren ♢ bij veel ouders was sprake van ongerustheid toen de bus zo laat was Zelfstandig naamwoord: on-ge-rust-heid ...

2025-07-28
Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

ONGERUSTHEID

gevoelstoestand die gekenmerkt wordt door onzekerheid. Dit woord dat vaak gebruikt wordt als synoniem voor → angst verschilt hiervan doordat er geen fysiologische veranderingen plaats hebben (gevoel van verstikking, transpiratie, versnelling van de polsslag enz.), die zich bij angst altijd voordoen. Verscheidene psychologische scholen trachten...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ongerustheid

s., ûngerêstens, ûnmoed; inverkeren over, (om)soard hawwe mei.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ongerustheid

v., zorgen om iets dat al of niet zal of kan gebeuren: er is geen reden tot ongerustheid.

2025-07-28
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press