Wat is de betekenis van onfortuinlijk?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onfortuinlijk

bn. bw., niet erg door het geluk begunstigd : in die zaak was hij nogal onfortuinlijk.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onfortuinlijk

onfortuinlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. met veel pech, zonder geluk Het is gemakkelijk om stoere taal te spreken. Maar dat gaat voorbij aan de politieke realiteit in Europa. Een Grexit zou zeer onfortuinlijk en kostbaar zijn in een tijd waarin de economie zich slechts wankelend herstelt met behulp v...

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onfortuinlijk

adj., ûnfortúnlik.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onfortuinlijk

bn., sukkelend met of gekenmerkt door tegenslagen.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-23
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press