onemanshow
(zelfstandig naamwoord) [alg.] solovoorstelling, eenmansoptreden - Hij was zenuwachtig: een hele avond alleen op het podium. Maar zijn eerste solovoorstelling werd een doorslaand succes. [fig.] eenmansoptreden, solo-optreden - Zijn eenmansoptreden viel binnen de fractie niet in goede aarde.