Wat is de betekenis van Oneendragtig?

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Oneendragtig

Oneendragtig, (B. ONÊEN...), bn. en bijw. (-er, -st), niet eenig, verdeeld, met -, in tweedragt. *-HEID, v. tweedragt, geschil; - stichten, zaaijen, stoken.

Gerelateerde zoekopdrachten