Ondergroep trianthocýtisus GRISEB
Twijgen niet opgaand, overhangend of kruipend; bladeren bijna altijd 3-tallig; bloemen geel. zijdestandig; kelk 2-lippig; meeldraden weinig, ongelijk; stijl aan de top zwak gebogen.
W.J. Hendriks (1957)
Twijgen niet opgaand, overhangend of kruipend; bladeren bijna altijd 3-tallig; bloemen geel. zijdestandig; kelk 2-lippig; meeldraden weinig, ongelijk; stijl aan de top zwak gebogen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: