Wat is de betekenis van Onbluschbaar?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbluschbaar

bn. niet geblust kunnende worden ; onbluschbaar vuur; 't onbluschbaar vuur der wraak brandde in zijn gloeiende oogen; — (fig.) niet uit te dooven, niet te stillen of tot bedaren te brengen : onbluschbare haat; onbluschbare riddermoed. ONBLUSCHBAARHEID, v.

Gerelateerde zoekopdrachten