Wat is de betekenis van Onbillijkheid?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbillijkheid

v., 1. onredelijkheid: men zou de onbillijkheid hebben u te beschuldigen; 2. (...heden) onbillijke behandeling of bejegening: onbillijkheden kan hij niet verdragen.

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbillijkheid

s., ûnbinlikens, -billikens.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbillijkheid

v. onbillijkheden: dat zijn grove onbillijkheden.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbillijkheid

v., 1. onredelijkheid: men zou de hebben u te beschuldigen?; 2. (-heden), onbillijke behandeling of bejegening: onbillijkheden kan hij niet verdragen.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbillijkheid

v. strijdigheid met hetgeen de billijkheid vereischt; onredelijkheid: men zou de onbillijkheid hebben u te beschuldigen; —, (...heden), onbillijke behandeling of bejegening in daden of woorden ; een knaap, die ouderlijken dwang en stompe onbillijkheid durft weerstaan.

Gerelateerde zoekopdrachten