Wat is de betekenis van Onbezorgd?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbezorgd

bn., 1. niet aan hun adres afgegeven, onbesteld: die brieven zijn on'bezorgd blijven liggen; 2. niet van het nodige voorzien, onverzorgd: een weduwe en drie jonge kinderen zijn on'bezorgd achtergebleven, achtergelaten; iem. niet onbezorgd' laten, goed voor hem zorgen.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbezorgd

onbezorgd - Bijvoeglijk naamwoord 1. onbekommerd, niet door zorgen geplaagd Door de aanranding kunnen zij niet langer onbezorgd genieten van een boswandeling. 2. niet afgeleverd op de bestemming De postbode vond aan het eind van zijn ronde nog een onbezorgd...

2025-07-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbezorgd

onbezorgd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-zorgd 1. zonder je ergens zorgen over te maken ♢ wij hebben een onbezorgde jeugd gehad Bijvoeglijk naamwoord: on-be-zorgd ... is onbezorgder dan ... ...

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbezorgd

adj. & adv., ûnbisoarge.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbezorgd

I. bn. (niet-besteld): de brieven bleven onbezorgd liggen; onbezorgde pakketten. II. bn., bw. (zonder zorg, onbekommerd): onbezorgd leven; een onbezorgde oude dag.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbezorgd

I. ('on) bn 1. niet besteld: -e brieven, pakketten 2. niet van het nodige voorzien: hij liet een paar -e kinderen na II. (bə'zorcht) bn. en bw. (-er, -st) niet door zorg of kommer gedrukt: een bestaan; kunnen leven. Syn. zorgeloos.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbezorgd

(het accent wisselt), bn., 1. niet aan hun adres afgegeven, onbesteld: die brieven zijn onbezorgd blijven liggen; 2. niet van het nodige voorzien, onverzorgd: een weduwe en drie jonge kinderen zijn onbezorgd achtergebleven.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbezorgd

Het begrip onbezorgd heeft 2 verschillende betekenissen: 1. onbezorgd - bn. bw. (-er, -st), niet bezorgd, zich niet aan noodelooze zorgen overgevende : hij was onbezorgd, vroolijk en altijd geneigd tot schertsen; hij bevindt zich in onbezorgde omstandigheden; eene onbezorgde toekomst te gemoet gaan, waarin men geen geldelijke zorgen behoeft te vree...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)