Wat is de betekenis van Onbezocht?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbezocht

bn., door niemand bezocht, eenzaam: in onbezochte streken komen; — gij moet de tentoonstelling niet onbezocht' laten, niet nalaten ze te bezoeken; onbezocht' blijven, niet bezocht worden.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbezocht

bn. (van landstreken, steden enz.: door niemand bezocht wordend): Drente bevat nog tal van onbezochte oorden, eenzaam.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbezocht

(onbəzocht) bn 1. door geen bezoekers bereisd: -e zeeën 2. eenzaam, verlaten: -e oorden.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbezocht

bn. door niemand bezocht, eenzaam : in onbezochte streken komen; — gij moet de tentoonstelling niet onbezocht laten, niet nalaten ze te bezoeken ; onbezocht blijven, niet bezocht worden, zonder bezoekers blijven.