Wat is de betekenis van onbewoonbaar?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbewoonbaar

bn., niet bewoond kunnende worden, niet geschikt om te bewonen: een huis onbewoonbaar verklaren; een koud, tochtig en onbewoonbaar paleis.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbewoonbaar

onbewoonbaar - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet geschikt voor bewoning De zwervers woonden in een onbewoonbaar verklaarde woning. Woordherkomst Afgeleid van bewoonbaar met het voorvoegsel on-

2025-07-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbewoonbaar

onbewoonbaar - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-woon-baar 1. waar niet in gewoond kan worden ♢ dat huis is onbewoonbaar verklaard, de mensen moeten eruit Bijvoeglijk naamwoord: on-be-woon-baar de/het onbewoonba...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbewoonbaar

adj., ûn(bi)wenber.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbewoonbaar

bn. (niet voor bewoning geschikt): een huis kan onbewoonbaar worden verklaard.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbewoonbaar

(onbə'wo:nba:r) bn. (...bare) niet voor bewoning geschikt: een huis.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbewoonbaar

bn., niet geschikt om te bewonen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbewoonbaar

bn. niet bewoond kunnende worden, niet geschikt om te bewonen : een huis onbewoonbaar verklaren; onbewoonbare velden; een koud, tochtig en onbewoonbaar paleis. ONBEWOONBAARHEID, v.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)