Wat is de betekenis van onbevoegd?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbevoegd

bn. bw., niet bevoegd, niet gerechtigd: hij is on'bevoegd om de geneeskunde uit te oefenen; tot de voogdij of toeziende voogdij zijn minderjarigen on'bevoegd; (rechtst.) niet bevoegd of gerechtigd om van een zaak kennis te nemen en ze te beslissen, incompetent; zich onbevoegd' verklaren, verklaren dat men de vereiste be...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbevoegd

onbevoegd - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder bevoegdheid ofwel toestemming Ik heb geenen grond gevonden waarop zoodanige bevoegdheid van het openbaar ministerie zou rusten en acht het dus tot zoodanig oordeel onbevoegd. 2. (juridisch), (beroep) zonder certificaat/beëdiging e.d. ...

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

onbevoegd

onbevoegd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-be-voegd 1. wat je op basis van de wet of vanuit een functie niet mag doen ♢ Folkert staat onbevoegd voor de klas Bijvoeglijk naamwoord: on-be-voegd de/het onbevoegde ....

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbevoegd

adj. & adv., ûnbifoege, ynkompetint.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbevoegd

bn., bw. (niet-bevoegd, het recht missende): hij is onbevoegd tot het geven van onderwijs; het onbevoegd uitoefenen der geneeskunde; zich onbevoegd verklaren, zeggen, dat men het recht mist, om uitspraak te doen.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbevoegd

(onbə'voecht) bn. en bw. niet gerechtigd: een -e macht; om de geneeskunde uit te oefenen; de rechter verklaarde zich in die zaak.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbevoegd

(het accent wisselt), bn. en bw., niet bevoegd, niet gerechtigd: tot de voogdij of toeziende voogdij zijn minderjarigen onbevoegd'; on'bevoegde leerkrachten; (recht) niet bevoegd of gerechtigd om van een zaak kennis te nemen en ze te beslissen, incompetent; zich onbevoegd' verklaren, verklaren dat men de vereiste bekwaamheid, kennis...

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbevoegd

bn. (er, -st), (van pers.) niet bevoegd, niet gerechtigd: hij is onbevoegd om de geneeskunde uit te oefenen; tot de voogdij of toeziende voogdij zijn minderjarigen onbevoegd; — (van rechters of rechterlijke colleges) niet bevoegd of gerechtigd om van eene zaak kennis te nemen en ze te beslissen, incompetent; — zich onbevoegd verklaren,...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)