Onbevattelijk
bn. bw. (-er, -st), 1. traag van begrip, dom: gij zijt heden zonderling onbevattelijk; 2. het menselijke begrip te boven gaande, ondoorgrondelijk; 3. onbegrijpelijk door duisterheid of ingewikkeldheid: de mathematische wetenschappen zijn voor velen onbevattelijk; zich onbevattelijk uitdrukken.