Wat is de betekenis van onbespied?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbespied

bn. bw., niet bespied, verborgen geheim: hij wilde on'bespied wegsluipen; — (fig.) een on'bespied ogenblik (uurtje), waarin men door niemand bespied, niet met nauwlettende blikken nagegaan wordt.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

onbespied

onbespied - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder bespied te worden Criminelen wanen zich onbespied als ze bellen met de gecodeerde PGP-smartphone, die voor ruim 1200 euro te koop is Woordherkomst Afgeleid van bespied, (stam van het werkwoord bespieden) met het voorvoegsel on- Anton...

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onbespied

(het accent wisselt), bn. en bw., niet bespied, verborgen, geheim: hij wilde on'bespied wegsluipen; zich onbespied' wanen; (fig.) een on'bespied ogenblik, waarin men niet met nauwlettende blikken wordt nagegaan.

Gerelateerde zoekopdrachten