Wat is de betekenis van Onbesnedene?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbesnedene

gemeensl. zn. (-n), die onbesneden is; — niet bekeerde.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbesnedene

(onbə'sne:idənə) m. en v. (—n) bij de Joden en mohammedanen, persoon die de besnijdenis niet ontvangen heeft en daarom buiten de gemeenschap staat.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbesnedene

m. en v. (-n), een heiden; een onbekeerde; ook in de taal der strenge Gereformeerden naar Oud-Testamentisch spraakgebruik van hen gezegd, die nog onbekeerd zijn, de genade Gods in Christus Jezus nog niet deelachtig geworden zijn.