Onbesnedene
gemeensl. zn. (-n), die onbesneden is; — niet bekeerde.
Jozef Verschueren (1930)
(onbə'sne:idənə) m. en v. (—n) bij de Joden en mohammedanen, persoon die de besnijdenis niet ontvangen heeft en daarom buiten de gemeenschap staat.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
m. en v. (-n), een heiden; een onbekeerde; ook in de taal der strenge Gereformeerden naar Oud-Testamentisch spraakgebruik van hen gezegd, die nog onbekeerd zijn, de genade Gods in Christus Jezus nog niet deelachtig geworden zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: