Wat is de betekenis van Onbescheidenheid?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbescheidenheid

v., 1. gebrek aan bescheidenheid, aanmatiging, ongepastheid: de onbescheidenheid onzer buren; 2. (...heden) onbescheiden handeling, ongepaste handelwijze: vergeef mij deze onbescheidenheid; 3. uitlating die met de bescheidenheid in strijd is, onvoegzaam, ongepast of voorbarig gezegde: door wiens onbescheidenheid weet ik niet, maar...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbescheidenheid

s., ûnbiskiedenens, ûnbiskie (it).

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbescheidenheid

v. onbescheidenheden: vergeef deze onbescheidenheid.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbescheidenheid

('scheidənheit) v. (...heden).

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbescheidenheid

v. gebrek aan bescheidenheid, aanmatiging, onvoegzaamheid, ongepastheid : de onbescheidenheid onzer buren; — (...heden), -eene onbescheiden handeling, eene aanmatiging, eene onvoegzame, ongepaste handelwijze: twee jongelieden die met lachende onbescheidenheid de voorbijgangers monsterden; — eene uitlating die met de bescheidenheid in st...