Onbeschaafd
bn. bw., 1. (eig.) niet beschaafd, ruw, oneffen: ruwe, geheel on'beschaafde planken; 2. (oneig.) ongepolijst, onafgewerkt en ruw wat de vorm betreft: de verzen van Onno Zwier van Haren zijn veelal ruw en onbeschaafd'; 3. (-er, -st), (fig.) zonder beschaving, in onontwikkelde staat levende, ruw, woest: on'beschaafde...