Onbenul
m. en v. (-len), iem. die geen benul of verstand bezit, die zonder benul handelt; dommerik, stumper: groter onbenul zag ik van mijn leven niet.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. en v. (-len), iem. die geen benul of verstand bezit, die zonder benul handelt; dommerik, stumper: groter onbenul zag ik van mijn leven niet.
Wiktionary (2019)
onbenul - Zelfstandignaamwoord 1. (n) volledig gebrek aan inzicht, besef, begrip 2. (f) / (m) iemand zonder enig benul (zie hiervoor) van wat dan ook Woordherkomst Afgeleid van benul met het voorvoegsel on- Antoniemen benul
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (2007)
iemand die geen verstand heeft of zonder enig benul handelt; domoor. Het WNT vermeldt geen vindplaatsen. Zie ook koning onbenul.Klets niet zo stom, onbenul! (M. Remacle, Ouwe Niek en Zwartbaard. In vlammende woede, 1974) Nou, dan maar niet hoor, onbenul. (W.F. Hermans, Uit talloos veel miljoenen, 1981)
J.H. van Dale (1898)
m. en v. (-len), een mensch die geen benul of verstand bezit, die zonder benul handelt; een dommerik, stumper : ’t is een rechte onbenul; grooter onbenul zag ik van mijn leven niet.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: