Wat is de betekenis van Onbenijd?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbenijd

bn. bw., niet benijd, geen afgunst opwekkende: niet lang bleef hij onbenijd'; een on'benijd geluk; on'benijd leven; — bw., zonder afgunst op te wekken.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbenijd

bn. bw. niet benijd, geene afgunst opwekkende : niet lang bleef hij onbenijd; een onbenijd geluk; — onbenijd leven, niet benijd, en bij uitbr., vreedzaam, kalm.