Wat is de betekenis van Onbemiddeld?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onbemiddeld

bn., niet bemiddeld, niet van aardse middelen voorzien, geen vermogen bezittende, ongegoed: een onbemiddeld jongeling; niet onbemiddeld zijn, nogal gegoed, een niet onaanzienlijk vermogen bezittende.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Onbemiddeld

adj., ûnbimiddele, ûnbigoed(ig)e.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

onbemiddeld

bn. (niet gegoed, zonder geld of goed): zijn ouders waren onbemiddeld; hij is niet hij is vrij vermogend.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

onbemiddeld

(onbəmiddəlt) bn. en bw. zonder aardse middelen, ongegoed: een niet -e weduwe.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Onbemiddeld

bn. niet bemiddeld, niet van aardsche middelen vermogen voorzien, geen bezittende, ongegoed : een onbemiddeld jongeling; niet onbemiddeld zijn, nogal gegoed, een niet onaanzienlijk vermogen bezittende.

2025-07-25
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)