Onafgewend
bn., (van de ogen) niet afgekeerd, onafgebroken gevestigd op iem. of iets: onafgewend hield hij zijn blik in de verte gericht; hij keek onafgewend naar haar.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., (van de ogen) niet afgekeerd, onafgebroken gevestigd op iem. of iets: onafgewend hield hij zijn blik in de verte gericht; hij keek onafgewend naar haar.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(het accent wisselt), bn., (van de ogen) niet afgekeerd, onafgebroken gevestigd op iemand of iets: on'afgewend hield hij zijn blik in de verte gericht.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
bn. (van de oogen, de blikken enz.) niet afgewend, niet afgekeerd, onafgebroken gevestigd (op iem. of iets): met onafgewenden blik zag hij zijn vijand aan; zijn oog {oogen) of wel zijn blik (blikken) onafgewend houden {hebben) op iem. of iets, zijne oogen of blikken op iem'. of iets gericht houden zonder ze er van af te wenden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: