Wat is de betekenis van Omzittend?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omzittend

bn., (w. g.) rondom zittende: hij maakte zo'n beweging, dat al de omzittende personen er van schrokken; — zelfst. de omzittenden.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omzittend

Omzittend bn. (w. g.) in een kring om iem. of iets zitten, rondom zittende: hij maakte zoo'n beweging, dat al de omzittende personen er van schrikten.

Gerelateerde zoekopdrachten