Omwindsel
o. (-s, -en), 1. iets dat dient om iets te omwinden, datgene waarmede iets omwonden is; 2. (plantk.) krans van schutblaadjes van dezelfde vorm onder een bloem of bloeiwijze; 3. (fig.) omhulsel waarmede iets bedekt is: verkondig de waarheid, maar zonder omwindselen.