Wat is de betekenis van Omstuiken?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omstuiken

(stuikte om, is en heeft omgestuikt), 1. (Zuidn.) met een schok omvervallen: die zatlap kreeg een stoot en stuikte om; 2. (Zuidn.) met een schok doen vallen; 3. haaks omzetten, omslaan (krammen, klauwankers e.d.).

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omstuiken

Omstuiken (stuikte om, is omgestuikt), (Zuidn.) stuikend omvervallen, op den grond vallen door met een schok of stoot tegen iets aan te komen: die zatlap kreeg een stoot en stuikte om.

Gerelateerde zoekopdrachten