Wat is de betekenis van Ompassen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ompassen

(paste om, heeft omgepast): iem. iets ompassen, het hem om het lijf doen, om te zien of het goed passend is; — zich iets ompassen, iets ompassen: pas die sjaal eens om, of ze ook te lang is.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ompassen

(paste om, heeft omgepast); iem. iets ompassen, het iem. om het lijf doen, om te zien of het goed passend is : iem. een mantel ompassen; hij heeft hem den sabelkoppel omgepast; — zich iets ompassen, of eenvoudig iets ompassen, zich iets om het lijf doen, om te zien of het goed passend is; pas die sjaal eens om, of ze ook te lang is.

Gerelateerde zoekopdrachten