Wat is de betekenis van Omparelen?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omparelen

(omparelde, heeft ompareld), (dicht.) met of als met parelen omgeven: de dauw had boom en plant met schitterende droppels ompareld.

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omparelen

(omparelde, heeft ompareld), (dicht.) met parelen omgeven ; neemt goud en diamant hoe schitterend ook ompareld; (fig.) de dauw had boom en plant met schitterende droppels ompareld.

Gerelateerde zoekopdrachten