Wat is de betekenis van ompalen?

(ompaalde, heeft ompaald), 1. rondom met palen afzetten: een terrein, een jachtveld laten ompalen; 2. (van een land) het aan alle kanten begrenzen, er de grens van uitmaken: Zwitserland en de ompalende landen.

ompalen - Werkwoord 1. (ov) met palen omgeven ♢ Waar vlucht gy tot uw baat?
Vlucht heên waar Amfitrit' ompaalt de hete zanden:
Vlucht heên waar 't Aardrijk is omringt van koude strandẽ,

ompaalde, h. ompaald (met paalwerk rondom afzetten, afsluiten, afbakenen; fig. omringen): een terrein ompalen.

(om'pa:lən) (ompaalde, heeft ompaald) 1. met paalwerk omgeven: een jachtveld -. 2. afbakenen: een terrein -. 3. omringen: een landje, door hoge bergen ompaald; de -de landen.

(ompaalde, heeft ompaald), 1. rondom met palen afzetten: een terrein, een jachtveld laten —; 2. (van een land) het aan alle kanten begrenzen, er de grens van uitmaken: Zwitserland en de ompalende landen.

(ompaalde, heeft ompaald), rondom met palen afzetten, aan alle kanten omgeven met palen ; de bevelhebber heeft het geheele terrein van den spoorweg met palissaden doen ompalen; het uitgebreide jachtveld heeft hij geheel laten ompalen; — (fig.) de grenzen eener ruimte rondom aanwijzen door eene — hetzij zichtbare of denkbeeldige &mdash...

...