Wat is de betekenis van omnivoren?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omnivoren

omnivoren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord omnivoor

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Omnivoren

o., mv. dieren, die alles eten.

2025-07-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Omnivoren

zijn alleseters. Hun voedsel bestaat uit alles wat eetbaar is en kan dus zowel plantaardig als dierlijk zijn; vb.: de mens en het varken.

2025-07-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Omnivoren

(Lat.: omnia, alles, vorare, verslinden), alleseters, dieren die zowel plantaardig als dierlijk voedsel gebruiken.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

omnivoren

m. mv. allesetende dieren.

2025-07-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

omnivoren

alleseters (zowel vlees- als plantaardig voedsel).

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Omnivoren

of alleseters, dieren, welke zoowel van plantaardig als dierlijk voedsel leven (bijv. het varken en de kraai). Ook de mensch is omnivoor.

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Omnivoren

Omnivoren, - alles-etenden, dieren, die zich zoowel met voortbrengselen uit het plantenals dierenrijk voeden.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

omnivoren

omnivoren - o. mv., dieren, die alles eten.