Wat is de betekenis van Ommelander?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ommelander

I. zn. m. (-s), bewoner der Ommelanden; II. bn., uit, van de Ommelanden: een Ommelander boer.

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Ommelander

Het begrip Ommelander heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand uit de Ommelanden. iemand die afkomstig is uit de Ommelanden, de gebieden in de huidige provincie Groningen die buiten de stad Groningen liggen en die oorspronkelijk Fries waren; inwoner van de Ommelanden. 2) van, uit, in de Ommelanden e.d.. van de Ommelanden; uit de...

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Ommelander

1. m. —s (bewoner van de Ommelanden); 2. bn.: een — boer;

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Ommelander

1. m. (-s) bewoner van de Ommelanden. 2. bn. van, betreffende de Ommelanden: de boeren.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Ommelander

I. zn. m. (-s), bewoner van de Ommelanden; II. bn., uit, van de Ommelanden: een — boer.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ommelander

Het begrip ommelander heeft 2 verschillende betekenissen: 1. ommelander - m. (-s), bewoner der Ommelanden. 2. ommelander - bn. uit, van de Ommelanden : een Ommelander boer; de Ommelander kas.