Ommelander
I. zn. m. (-s), bewoner der Ommelanden; II. bn., uit, van de Ommelanden: een Ommelander boer.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. zn. m. (-s), bewoner der Ommelanden; II. bn., uit, van de Ommelanden: een Ommelander boer.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip Ommelander heeft 2 verschillende betekenissen: 1) iemand uit de Ommelanden. iemand die afkomstig is uit de Ommelanden, de gebieden in de huidige provincie Groningen die buiten de stad Groningen liggen en die oorspronkelijk Fries waren; inwoner van de Ommelanden. 2) van, uit, in de Ommelanden e.d.. van de Ommelanden; uit de...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
1. m. (-s) bewoner van de Ommelanden. 2. bn. van, betreffende de Ommelanden: de boeren.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
I. zn. m. (-s), bewoner van de Ommelanden; II. bn., uit, van de Ommelanden: een — boer.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip ommelander heeft 2 verschillende betekenissen: 1. ommelander - m. (-s), bewoner der Ommelanden. 2. ommelander - bn. uit, van de Ommelanden : een Ommelander boer; de Ommelander kas.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: