Wat is de betekenis van Omliggend?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omliggend

bn., rondom liggend, omgelegen: de omliggende dorpen; — zelfst. (Zuidn.) omgeving, omtrek: de boeren van ’t omliggende.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

omliggend

omliggend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanomliggen omliggend - Bijvoeglijk naamwoord 1. in de buurt gelegen, naburig, rondom gelegen De bewoners van Almelo en de omliggende gemeentes moeten voor huisartsenzorg in de avond- nacht- en weekenduren naar de huisartsenpost Almelo....

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

omliggend

omliggend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: om-lig-gend 1. wat rondom ligt ♢ de brandweer van de omliggende gemeenten schoot te hulp Bijvoeglijk naamwoord: om-lig-gend de/het omliggende ...

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

omliggend

rondom gelee.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

omliggend

bn. (omgelegen).

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omliggend

bn. rondom liggend: in de -e dorpen.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

omliggend

(het accent wisselt), bn., rondom liggend, omgelegen: de omliggende dorpen.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omliggend

omliggend, bn. om een aangewezen punt heen liggend, rondom liggend, omgelegen : de omliggende dorpen en vlekken.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)