Omkring
m., (dicht, en veroud.) omtrek: heel de omkring siddert van de hoefslag (Staring).
J.H. van Dale (1898)
omkring, OMMEKRING, m. (-en), (dicht.) kromme lijn of kring, die eene ruimte omsluit; de kring, om een voorwerp of eene plaats getrokken, de omtrek; — gmv. de ruimte gelegen binnen den kring, die om een voorwerp of eene plaats getrokken is : de omtrek, als ruimte gedacht: heel de omkring siddert van den hoefslag.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: