Wat is de betekenis van Omdonderen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omdonderen

(donderde om, is en heeft omgedonderd), (plat) 1. met een donderend geraas, met geweld of in ’t alg. omverstorten: daar dondert waarachtig de tafel orn; 2. met geweld omgooien: in zijn woede heeft hij de hele boel omgedonderd.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

omdonderen

(19e eeuw) (inf.) met veel geraas omvallen. • In 't jaar zestienhonderd Is deze toren omgedonderd. (Jan ter Gouw & Jacob van Lennep: De uithangteekens. In verband met geschiedenis en volksleven beschouwd (2 delen)1867-1969) • Nou konden zij den dronken zwabber en dazenden tobber Karel zelf in een Turksch kleed ómdonderen, al...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omdonderen

omdonderen, (donderde om, is en heeft omgedonderd), (plat) met een donderend geraas omverstorten; plotseling en met geweld omvallen: daar dondert waarachtig de tafel om; — met donderend geweld omverwerpen, met woest of onbesuisd geweld omgooien: die driftkop! daar heeft hij weer in zijn woede den heelen boel omgedonderd!

Gerelateerde zoekopdrachten