Omdansen
(danste om, heeft en is omgedanst), 1. langs de omtrek van een ruimte heen dansen: wij hebben enige malen de kamer omgedanst; 2. zonder orde of regel omhuppelen: op het kinderbal hebben de kleintjes zo maar wat omgedanst; 3. doen vallen door er tegen aan te dansen : hij heeft al enige stoelen omgedanst.