Wat is de betekenis van Omballing?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omballing

v., 1. (gemeenz. vooral in Friesland en Groningen) allerlei oud en onnut huisraad van luttel waarde, oude rommel; 2. (alleen in Friesland) toespijzen en toekruiden die om een grote schotel heen liggen, als saucijsjes om bloemkool enz. ; 3. afval van een geslacht beest, als oren, staart, poten, long enz. ; 4. (scherts.) het gevolg van een hoog pe...

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

omballing

(19e eeuw) (inf.) oude rommel. • De omballing buiten de deur wordt te 12 uur verkocht. (Nieuwsblad van het Noorden, 08/09/1891) • Op aanzegging van de politie hals over kop huzn karren, kisten, korven en verdere nijverheidsattributen van de rails wegeloepen, wijl de straat niet tot de breedsten behoort en ze gewoonlijk door de winkeliers...

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omballing

Omballing v. (gemeenzame uitdrukking, vooral in Friesland en Groningen gewoon) allerlei oud en onnut huisraad van luttel waarde, oude rommel, in tegenstelling van het goede en bruikbare huisraad; — (alleen in Friesland) toespijzen en toekruiden, die om een grooten schotel heen liggen, als saucijsjes om bloemkool, gebakken aardappels en augurk...

Gerelateerde zoekopdrachten