Oldenburger
I. zn. m. (-s), bewoner van of paard uit Oldenburg; II. bn., uit Oldenburg afkomstig: Oldenburger paard, zwaar warmbloedpaard, zeer geschikt als landbouwpaard.
Van Dale Uitgevers (1950)
I. zn. m. (-s), bewoner van of paard uit Oldenburg; II. bn., uit Oldenburg afkomstig: Oldenburger paard, zwaar warmbloedpaard, zeer geschikt als landbouwpaard.
Veerman (1954)
Paard van het Oldenburgse ras, dat op de Ned. warmbloedfokkerij grote invloed heeft gehad. de O. is al vele eeuwen oud. De doorslaande invloed van de belangrijkste stamvader Ruthard, de beperktheid van het Oldenburgse fokgebied en de eensgezinde en doelbewuste opvatting der fokkers, hebben aanleiding gegeven tot een niet onbelangrijke venvantschaps...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: