Wat is de betekenis van Oeh?

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oeh

tw., uitroep van afkeer, ter uiting van het gevoel van weerzien, walging, afschuw, afgrijzen.

2025-07-21
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oeh

(oe) 1. tw. als uiting van afkeer, walging, weerzin : -, wat een lelijke spin! 2. o.(—s) die uitroep.

2025-07-21
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Oeh

Oeh tw. uitroep van afkeer, ter uiting van het gevoel van weerzin, walging, afschuw, afgrijzen.