Wat is de betekenis van Nyrop?

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Nyrop

('ni:rop) (Kristoffer) Deens romanist, ° 1858, professor en † 1930 te Kopenhagen; schreef o. a. Grammaire historique de la langue française (1930), Ordenes Liv (Het Leven der Woorden) (1934).

2025-07-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Nyrop

Nyrop - (Kristoffer), Deensch romanist, geb. te Kopenhagen in 1858, hoogleeraar in de Romaansche philologie in zijn geboortestad, schreef een bekende Grammaire historique de la langue française, waarvan tot nu toe vier deelen verschenen zijn: Phonétique (1899), Morphologie (1903), de eerste deelen in 2en druk sedert 1904, Formation des mots (1908),...

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Nyrop

Martin, Deens architect, *11.11.1849 Holmsland, ♱18.5.1921 Kopenhagen. Nyrop was hoogleraar en directeur van de kunstacademie te Kopenhagen. Hij was een van de eerste 19e-eeuwse Europese architecten die brak met imitatiestijlen en valse ornamentiek en een nieuwe bouwstijl voorstond. Zijn streven was een vormgeving die overeenkomt met de functie van...