Wat is de betekenis van Nux?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nux

(Gr.), godin van de nacht, dochter van Chaos, gehuwd met haar broeder Erebos; tot hun kinderen behoren Thanatos, Hupnos, Eris en Nemesis.

2025-07-24
Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

NUX

Titel van een latijns elegisch gedieht, dat overgeleverd is onder de werken van Ovidius.

2025-07-24
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Nux

is het Lat. woord voor noot.

2025-07-24
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Nux

nŭcis, f. 1. noot; vand. nux cassa (quassa), een loze noot, kleinigheid., Hor. | castaneae nuces, kastanjes, Verg. 2. noteboom; amandelboom.

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Nux

Nux - zie NOX.

2025-07-24
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Nux

Vomica, braaknoot, vrucht van Strychnos Nux vomica, ook semen strychni geheeten,. zie Strychnine, en Nuces.

2025-07-24
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)