Wat is de betekenis van nutten?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nutten

(nutte, heeft genut), 1. (veroud.) nuttigen,, voedsel gebruiken ; 2. (w. g.) nut opleveren, afwerpen: ’t kan niet nutten.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nutten

nutten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord nut nutten - Werkwoord 1. van nut zijn nutten - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van nutten ♢Wij nutten ♢Jullie nutten ♢Zij nutten...

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nutten

nutte, h. genut (1 dienstig zijn tot; 2 [voedsel] gebruiken): 1. het nut mij niets, helpt; 2. iets nutten, beter nuttigen.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nutten

('nuttən) (nutte, heeft genut) 1. gebruiken, verorberen: voedsel -. 2. nut opleveren: wat nut het ons?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nutten

(nutte, heeft genut), gebruik maken van (voedsel); dienen tot, dienstig zijn tot: het nut (baat, helpt) mij niet.