Wat is de betekenis van Nusselaar?

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

nusselaar

nusselaar - m., knutselaar.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nusselaar

m., NUSSELAARSTER, v. (-s), die nusselt.

2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Nusselaar

Nusselaar, m. *-STER, v. (-s), talmer, talmster. *...LARIJ, v. talmwerk. *...LEN, ow. gel. (ik nusselde, heb genusseld), talmen, beuzelen; beuzelarijen verrigten.

Gerelateerde zoekopdrachten