Wat is de betekenis van Nummeren?

(nummerde, heeft genummerd), 1. van een nummer voorzien: doorlopend nummeren; 2. (van in ’t gelid staande manschappen) zijn volgnummer afroepen.

(1988) (inf.) copuleren; een nummertje* maken. • ... met ‘n volle maag nog ‘n beetje gaan liggen nummeren. (Albert Mol: Haar van boven. 1988) • Ik werd zo wat kierewiet van d’r bedwelmende parfum en had ‘r al meteen willen nummeren. (Dirk Dufraing: Rock ‘n’ Roll. 1989) • Op de eerste rij zaten pr...

nummeren - Werkwoord 1. (ov) een uniek getal aan iets hechten, gewoonlijk in oplopende rangorde ♢ Je moet de tabellen nog nummeren. Woordherkomst afgeleid van nummer met het achtervoegsel -en

nummeren - regelmatig werkwoord uitspraak: num-me-ren 1. iets of iemand een nummer geven ♢ deze bladzijden zijn niet genummerd Regelmatig werkwoord: num-me-ren ik nummer jij/u nummert...

v., nûmerje.

nummerde, h. genummerd (een volgnummer geven; met nummers tekenen): bladzijden nummeren, de huizen van een straat nummeren; mil. commando: nummeren! elke man roepe zijn nummer in het gelid.

('nummərən) (nummerde, heeft genummerd) van een nummer voorzien.

(nummerde, heeft genummerd), 1. (overg.) van een nummer voorzien: doorlopend nummeren; 2.(onoverg.) (van in het gelid staande manschappen) zijn volgnummer afroepen; 3. (plat) neuken.

Nummeren - In verscheidene zaken vermeldt men de prijzen op de waren zoodanig, dat die alleen voor het personeel en niet voor het publiek leesbaar zijn. Men plaatst dan in plaats van een getal eenige letters op het etiketje, dat aan de goederen hangt. Men neemt b.v. een woord van tien letters, waarin geen enkele letter tweemaal voorkomt en plaatst...