Wat is de betekenis van Novaal?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Novaal

(<Lat.), bn., nieuw ontgonnen : novaalland-, novale tienden, geheven van novale of andere vroeger tiendvrije landen.

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Novaal

[Lat. novalis, van novus = nieuw] nieuw ontgonnen; novale tienden, tienden op nieuw ontgonnen terrein.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Novaal

nieuw ontgonnen

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

novaal

(no'va:l) bn. (...vale) [Lat. novalis] braak : land.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

novaal

[Lat.], bn., nieuw ontgonnen: novaal land; novale tienden, geheven van novale of andere tiendvrije landen.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Novaal

bn. braak; novaal land, land, dat sedert onheuglijken tijd onbebouwd gelegen heeft; novale tienden, tienden, welke geheven worden van nieuw ontgonnen land of in nieuw bedijkte polders.

Gerelateerde zoekopdrachten