Wat is de betekenis van nōtus?

de zuidenwind.

notus (-a, -um), - van Lat. noscĕre, leeren kennen: bekend.

(Gr. Notos), de Zuidenwind.

I. nōtus, a, um, p. adi. 1. passief = (iemd) bekend, miles (collectief) notus inter se, Liv., alqd notum habere, kennen, weten, Cic,. alqd notum facere alci, Cic., c. gen., animi, wat betreft enz., Hor., subst., notus, i, m. bekende, goede vriend, Auct. bell. Alex. (gewl. plur. noti, Cic.), nota,...

Gekend, bekend, duidelijk. Notus in se, In zich gekend. Notior natura, Van aard uit beter gekend. Notior nobis, Door ons beter gekend. Notus per accidens, Bijkomenderwijs gekend, uit iets anders gekend. Notus per se, Uit zich zelf gekend, uit zich zelf duidelijk. Notus per se secundum rem et quoad nos, Uit...

Notus - Νότος, de Zuidenwind, zie Windstreken.

...

...