Wat is de betekenis van Notedop?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Notedop

m. (-pen), 1. houtachtige schaal van een noot; — (fig.) de gehele leer in een notedop, zeer kort samengevat ; 2. (fig.) klein schip, kleine schuit: in een notedop op zee rondzwerven; 3. klein glaasje of kopje: een notedopje brandewijn.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

notedop

(19e eeuw) (zeem.) spot. benaming voor een klein scheepje. • Het scheepje, een notedop, telde nog maar vijf en twintig man equipage, toen het door den veertig maal sterkeren Spaanschen vice - admiraal gedwongen werd tot „ strijken ”. (L.C. Vrijman: Kaapvaart en zeerooverij: uit de geschiedenis der vrije nering in de Lage Landen. 19...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Notedop

s., nutedop, nút(s)dop.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

notedop

m. notedoppen (fig. klein vaartuig op zee).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

notedop

('no:tә) m. (-pen; -je) 1. Eig. houtachtige schaal van een noot. 2. Metf. klein schip of schuitje.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

notedop

m. (-pen), 1. houtachtige schaal van een noot; (fig.) de gehele leer in een notedop, zeer kort samengevat; 2. (fig.) klein schip, schuitje (als iets broos): in een notedop op zee rondzwerven; 3. klein glaasje of kopje: een notedopje brandewijn.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Notedop

m. (-pen), houtachtige schaal van eene noot; (fig.) klein schip, kleine schuit: in een notedop op zee rondzwerven. NOTEDOP.TE, o. (-s).