Wat is de betekenis van nopens?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nopens

voorz., aangaande, betreffende, omtrent: nadere berichten nopens de onlusten op Kreta zijn nog niet ontvangen.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nopens

nopens - Voorzetsel 1. (formeel) omtrent, aangaande, met betrekking tot, over Een besluit nopens deze gewetenskwestie is niet eenvoudig te nemen. Woordherkomst afgeleid van nopend met het achtervoegsel -s, waarbij de -d- in de uitspraak is verdwenen Synoniemen omtre...

2025-07-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

nopens

over, aangaande De Raad van State dient niet alleen de macht te bezitten om de betwistingen nopens de afbakeningen van de bevoegdheden tussen federatie en deelstaten te beslechten, maar moet ook als een rechtbank met snelle procedure openstaan voor de individuen, wanneer zij klachten neerleggen over de schending van de fundamentele overe...

2025-07-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

nopens

(vz.) over, betreffende, aangaande. VLD-partijvoorzitter xxx is uiterst zwijgzaam over de jongste partijstandpunten nopens de evolutie binnen Aurora: ‘Geen verklaringen nu.’ - HN, 18-07-2002.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Nopens

omtrent; aangaande

2025-07-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

nopens

Over, aangaande, betreffende, omtrent. Al wat ik mij van mogelijkheden had kunnen voorstellen nopens verhoudingen die al dan niet tussen Veerle en de Hoogvrouw waren ontstaan, het was van een zo grenzeloze onnozelheid ten overstaan van het zware woord dat gevallen was, TEIRLINCK 1952, 1, 198. De bewoners van de wijk rond het Bayer-Rickmann bedrijf...

2025-07-25
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

nopens

1. over; 2. onderwerp.

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nopens

rakende, betreffende.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nopens

praep., oer, oangeande.